Uitspraak in het Plat: /ɡʊmɪstɛːvəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gum·mi·ste·vel
Pluralis: Gum­mi­ste­veln m de Gum­mi­ste­vel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik bün mit Gummisteveln dör’n Regen stappt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Gummi + Stevel