Uitspraak in het Plat: /blɔu̯tvʊst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bloot·wust
Pluralis: Bloot­wüst f de Bloot­wust
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bloot + Wust