Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Tuunpahl
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/tuːnpɔːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Tuun·pahl
Pluralis:
Tuunpähl
m
de Tuunpahl
West-groep
,
Westfaals
,
Noord-Nedersaksisch
,
Märkisch
Pluralis:
Tuunpahls
m
de Tuunpahl
Pluralis:
Tuunpahlen
m
de Tuunpahl
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Tuunpahl”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Sleeswijk:
Johann Rhode Friedrich Augustiny:
Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik.
Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 75
PDF, 3,7 MB
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Zuidwest-Ostfalen:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung
, jaargang 1908, pagina 99
PDF, 6,9 MB
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 141
PDF, 5,1 MB
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 97
Nedersaksisch:
Pahl
,
an
den
en
Tuun
anbröcht
is
Nederlands:
tuinpaal
hekpaal
Engels:
fencepost
fence
post
Duits:
Zaunpfahl
Voorbeelden:
Ik
bün
kaputt
.
Wi
hebbt
den
ganzen
Dag
mit
’n
Tuunhamer
Tuunpähl
inhaut
.
Harald Bischoff, CC BY 3.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Tuun
+
Pahl
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.