Uitspraak in het Plat: /vɔːɾzɛɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wohr·seg·ger
Pluralis: Wohr­seg­gers m de Wohr­seg­ger
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wohrseggers sünd allens Lögenbüdels!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wohrseggen + -er