bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: am·patt
ampatter ampattst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
apart Meer tonen
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
sonderbar Meer tonen
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch: