Uitspraak in het Plat: /ɡɾɔːfʃɔp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Graaf·schop
Pluralis: Graaf­schop­pen f de Graaf­schop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Graaf + -schop