Uitspraak in het Plat: /viːnaxt͡sɔːvənt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wieh·nachts·a·vend
Niet gebruikt het pluralis m de Wieh­nachts­a­vend
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
de 24. Dezember
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Op’n Wiehnachtsavend eet wi jümmer en Goosbraden.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wiehnacht + Avend