Uitspraak in het Plat: /ɾɛktəɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Rek·ter
Pluralis: Rek­ters m de Rek­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
principal Meer tonen
Duits:
Rektor Meer tonen

Etymologie:

Woord afgeleid van: -er