Uitspraak in het Plat: /bəfɛɪ̯l/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Be·fehl
Pluralis: Be­fehls m de Be­fehl
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik laat mi nich geern Befehls geven!

Etymologie:

Woord afgeleid van: befehlen