Uitspraak in het Plat: /bənaʊ̯t/ 🔊︎
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: be·naut
benauter benautst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
eng
Nederlands:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
unglücklich
Duits:
[4]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: benauen