Uitspraak in het Plat: /piːdəlpɔɡ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pie·del·pogg
Pluralis: Pie­del­pog­gen m de Pie­del­pog­g
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
In uns Goorndiek hebbt wi dit Johr ganz veel Piedelpoggen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Piedel + Pogg