Uitspraak in het Plat: /plɔːtn̩kɔu̯kn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pla·ten·ko·ken
Pluralis: Pla­ten­ko­ken m de Pla­ten­ko­ken
Pluralis: Pla­ten­ko­kens m de Pla­ten­ko­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Plaat + Koken