Uitspraak in het Plat: /bʊʃəɾʊntjə/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bu·sche·runt·je
Pluralis: Bu­sche­runt­jes n dat Bu­sche­runt­je
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Woord afgeleid van: -tje