Uitspraak in het Plat: /ʃɾiːfdɪʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schriev·disch
Pluralis: Schriev­di­schen m de Schriev­di­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: schrieven + Disch