Uitspraak in het Plat: /bɔstkɪnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bost·kind
Pluralis: Bost­kin­ner n dat Bost­kind
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bost + Kind