Uitspraak in het Plat: /hasəlnøːˑt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Has·sel·nööt
Pluralis: Has­sel­nööt f de Has­sel­nööt
Pluralis: Has­sel­nö­ten f de Has­sel­nööt
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hassel + Nööt