Uitspraak in het Plat: /nɔːzɔmɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·som·mer
Pluralis: Na­som­mer m de Na­som­mer
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: na + Sommer