Haubalken in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /haʊ̯balkn̩/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Hau·bal·ken

Pluralis: Haubalkens m de Haubalken

[1]

geavanceerde woordenschat

landbouw

Nedersaksisch:

Böhn, op den Hau lagert warrt

Nederlands:

hooizolder

Engels:

hayloft

haymow

Duits:

Heuboden

Heuspeicher

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Kris Roderburg, CC BY-SA 4.0

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hau + Balken

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.