Uitspraak in het Plat: /vɔːtɐkant/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wa·ter·kant
Pluralis: Wa­ter­kan­ten f de Wa­ter­kant
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
figuratief

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Water + Kant