Uitspraak in het Plat: /ɔːlpɾɪk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Aal·prick
Pluralis: Aal­pri­cken m de Aal­prick
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
eel spear Meer tonen
Duits:
Aalpricke Meer tonen

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Aal + Prick