Prick
in het Nedersaksisch
Nieuwe vertaling voorstellen
Uitspraak:
/ˈpɾɪk/
zelfstandig naamwoord
Plural:
Pricken
m
de Prick
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Stock
Engels:
=
prick
Ra Boe, CC BY-SA 2.5
[2]
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
in
’t
Watt
opstellt
Tekens
,
de
dat
Fohrwater
kenntekent
Duits:
⤺
Pricken
Samensteld woorden:
Aalprick
Pricken
Tweelingswoorden:
Pricken
rijmwoorden
zoeken:
Taal anderen op:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend aanderen