Uitspraak in het Plat: /knaphanɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: knapp·han·nig
knapphanniger knapphannigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
rap
Engels:
nimble Meer tonen
Duits:
flink Meer tonen
Voorbeelden:
De Jung is bannig fix un knapphannig.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
swift Meer tonen
Duits:
plötzlich Meer tonen
Voorbeelden:
He is heel knapphannig ut de Welt kamen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: knapp + Hand + -ig