Pluralis: Jun­gs m de Jun­g West-groep, Noord-Nedersaksisch, Märkisch
Pluralis: Jun­gen m de Jun­g
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Kind
Nederlands:
Engels:
boy
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: jung
Identieke woorden ››› jung ❔︎ Jung ❔︎ Jung ❔︎ Jung ❔︎