Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Specksiet
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/spɛkziːˑt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Speck·siet
Pluralis:
Specksieden
f
de Specksiet
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
koken
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Specksiet”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 190
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 182
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 193
PDF, 28,1 MB
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 125
PDF, 5,1 MB
Nedersaksisch:
groot
Stück
Speck
Nederlands:
zij
spek
Engels:
flitch
of
bacon
side
of
bacon
Duits:
Speckseite
Voorbeelden:
De
blaue
Rook
tröck
ünner
’n
Böhn
lang
,
wo
noch
en
poor
Mettwüst
un
en
halve
Specksiet
hüngen
.
Derzsi Elekes Andor, CC BY 3.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Speck
+
Siet
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.