Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Strohhoot
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/stɾɔu̯hɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Stroh·hoot
Pluralis:
Strohhööt
m
de Strohhoot
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
mode
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Strohhoot”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 100
PDF, 25,4 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 133
PDF, 28,1 MB
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 130
PDF, 5,1 MB
Noord-Barnim:
Ludolf Parisius:
Mittelmärkisches Plattdeutsch. Affpàrtije Luunsche Wöre.
videel, Niebüll 2000, ISBN 3-935111-19-3, pagina 82
Nedersaksisch:
Hoot
ut
Stroh
Nederlands:
strohoed
Engels:
straw
hat
Duits:
Strohhut
Voorbeelden:
In
de
Oorn
harrn
se
fröher
Strohhööt
op
,
dat
jüm
de
Sünn
nich
verbrennt
.
Green assumed, CC-BY-SA-3.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Stroh
+
Hoot
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.