Uitspraak in het Plat: /anɡəlʃaxt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: An·gel·schacht
Pluralis: An­gel­schächt m de An­gel­schacht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Angel + Schacht