Uitspraak in het Plat: /ɾɪdɐɡɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Rid·der·goot
Pluralis: Rid­der­gö­der n dat Rid­der­goot
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Anwesen von en Ridder
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ridder + Goot