Uitspraak in het Plat: /hoː·ˈtəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ho·tel
Pluralis: Ho­tels n dat Ho­tel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Hotel hett Blick op de See.