Uitspraak in het Plat: /tɛɪ̯ɡəlkuːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Te·gel·kuhl
Pluralis: Te­gel­kuh­len f de Te­gel­kuhl
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tegel + Kuhl