Uitspraak in het Plat: /fəɾkɔu̯pɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ver·ko·per
Pluralis: Ver­ko­pers m de Ver­ko­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Verkoper hett mi en goden Pries maakt.
Antoniemen:
Köper

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: verkopen + -er