Uitspraak in het Plat: /ka͡ɐnsəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Karn·sel
Pluralis: Karn­sels n dat Karn­sel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: karnen + -sel