Uitspraak in het Plat: /kɔu̯ʃiːˑt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Koh·schiet
Pluralis: Koh­schiet m de Koh­schiet Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Koh­schiet f de Koh­schiet
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Äh, ik bün in Kohschiet peddt!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Koh + Schiet