Uitspraak in het Plat: /mɔu̯dɐdaç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mo·der·dag
Pluralis: Mo­der­daag m de Mo­der­dag
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
To Moderdag kriggt miene Moder Blomen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Moder + Dag