Uitspraak in het Plat: /fuːstdɪk/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: fuust·dick
geen trappen van vergelijking
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Se hett dat fuustdick achter de Ohren!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fuust + dick