Uitspraak in het Plat: /ʃiːˑtba͡ɐç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schiet·barg
Pluralis: Schiet­barg m de Schiet­barg West-groep, Pommersch
Pluralis: Schiet­bar­gen m de Schiet­barg Noord-Nedersaksisch
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schiet + Barg