Uitspraak in het Plat: /a͡ɐmbant/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Arm·band
Pluralis: Arm­bän­ner n dat Arm­band Westfaals
Pluralis: Arm­ban­nen n dat Arm­band
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Arm + Band