Uitspraak in het Plat: /jɪfəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: jif·fe·lig
jiffeliger jiffeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wat is dat bloots för en jiffelige Tööl!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: jiffeln + -ig