zelfstandig naamwoord
Afbreking: Men·gels
Niet gebruikt het pluralis n dat Men­gels
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
mix
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Spies is en Mengels ut Sand, Zement un Water.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: mengen + -els