Uitspraak in het Plat: /a͡ɐbaɪ̯t͡sman/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ar·beits·mann
Pluralis: Ar­beits­lüüd m de Ar­beits­mann
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Arbeit + Mann