zelfstandig naamwoord
Afbreking: An·drag
Pluralis: An­drääg m de An­drag Noord-Nedersaksisch
Pluralis: An­dra­gen m de An­drag
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Anfraag för en Verlavung
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: an + -drag