Pluralis: Winn­s­ten m de Winn­st Pommersch
Pluralis: Winn­s­ten f de Winn­st Noord-Nedersaksisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
win
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: winnen