Uitspraak in het Plat: /bʊləɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: bul·le·rig
bulleriger bullerigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Ackerwagen löppt so bullerig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bullern + -ig