Uitspraak in het Plat: /puːlknɔːkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Puul·kna·ken
Pluralis: Puul­kna­kens m de Puul­kna­ken
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
Smiet den Puulknaken man den Hund vör.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: pulen + Knaken