zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bren·ner
Pluralis: Bren­ners m de Bren­ner
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Person, de Bramwien herstellt
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: brennen + -er