Uitspraak in het Plat: /plɛtbɾɛt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Plätt·brett
Pluralis: Plätt­bre­der n dat Plätt­brett Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
Pluralis: Plätt­breed n dat Plätt­brett West-groep, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: plätten + Brett