Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Fischdiek
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/fɪʃdiːk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Fisch·diek
Pluralis:
Fischdieken
m
de Fischdiek
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
visserij
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Fischdiek”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Nedersaksisch:
Diek
för
Fisch
Nederlands:
visvijver
Engels:
fish
pond
Duits:
Fischteich
Voorbeelden:
Wi
hebbt
Forellen
in
’n
Fischdiek
insett
.
Tony Bacon, CC BY-SA 2.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Fisch
+
Diek
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.