Uitspraak in het Plat: /zɔːɡəɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sa·ge·ree
Pluralis: Sa­ge­re­en f de Sa­ge­ree
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff fröher in de Sageree arbeidt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sagen + -er + -ee