Uitspraak in het Plat: /ʃɛɪ̯thʊnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Scheet·hund
Pluralis: Scheet­hunn m de Scheet­hund
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: scheten + Hund