Uitspraak in het Plat: /spɪləɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: spil·le·rig
spilleriger spillerigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Koorn wasst so spillerig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Spill + -ig