Uitspraak in het Plat: /ɡɛdɪçt/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·dicht
Pluralis: Ge­dich­ten n dat Ge­dicht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + dichten